Messiah door Gerard van der Laan

De maand december heeft voor ons altijd maar één lezing in petto en voor een extra muzikaal feestelijk tintje kwam Gerard van der Laan, pianaoleraar van beroep, ons op dinsdag 11 december jl. bijpraten over de Messiah van Händel.

Wie Georg Friedrich Händel zegt heeft het meteen over de andere grote barokcomponist Johannes Sebastian Bach. Beiden geboren in het jaar 1685, maar duidelijk verschillend van elkaar. Het werk van Händel is minder calvinistisch, weelderiger en toegankelijker. En dat terwijl vader Händel (hofchirugijn) tegen een muzikale carriere was voor zijn zoon. Het is aan zijn moeder te danken dat wij nog steeds kunnen genieten van de vele werken van Händel: 42 opera’s en 26 oratoria met veel bekende aria’s geschreven voor castraten als bijvoorbeeld Senesino en Farinelli.

Kenmerkend voor een castraat, waarvan de hoogte van de stem overeenkomt met de altpartij, is naast het behoud van een hoge mannenstem ook het verkrijgen van een grotere longinhoud. Voorbeelden van bekende aria’s voor castraten zijn ‘Umbra mai fu’ uit de opera Xerxes en bijv. ‘Lascia ch’io pianga’ uit de Rinaldo.

De Messiah wordt zowel rond Kerstmis als Pasen uitgevoerd omdat het is opgebouwd uit drie delen waarin beide kerkelijke feestdagen geïncorporeerd zijn.

Deel 1 behandelt vanuit het Oude Testament de aankondiging van de Messias,

deel II gaat over het lijdensverhaal, de opstanding en de hemelvaart van Christus en

deel III geeft de wederkomst van Christus weer.

Charles Jennnens (1701-1773) was een vaste tekstschrijver voor Händel die daarop zijn muziek componeerde. De gehele compositie werd in 24 dagen geschreven. Een ongelooflijke prestatie. De eerste opvoering was in een concerthal in Dublin op 13 april 1742. De keuze van de locatie leidde tot een discussie: ‘Kan een religieus stuk wel opgevoerd worden in een theater?’

Een oratorium is opgebouwd uit recitativa afgewisseld met aria’s voor solisten, werken voor koor of symfonische gedeelten. Een recitatief is een vorm van declamerend (opzeggend) gezang en wordt meestal eenvoudig begeleid door bijv. een instrument voor een accoord en een instrument voor een baslijn. Het recitatief leidt meestal tot een aria waarin gevoelens van persoonlijke aard worden uitgedrukt. Het gevoel en de zeggingskracht van de stem bepaalt de keuze welke stemsoort de aria krijgt toegewezen.

Zo klinkt de bas vaak streng en wordt ingezet als bijvoorbeeld de stem van God de Vader, terwijl de tenor lichter en jeudiger klinkt en dus staat voor de zoon, de jeune premier. Een zelfde rolverdeling is er tussen de alt en de sopraan waarbij de eerste wordt ingezet voor zware thema’s als bijv. lijden, terwijl een luchtiger thema voor de sopraan wordt geschreven.

In het begin van het eerste deel wordt na de ouverture (1)  door de tenor Alan Clayton in het recitatief  ‘Comfort Ye my people‘ (2) de aankondiging gedaan van de komst van de Heer. Alle paden moeten geëffend worden. Direct daarop vervolgt de tenor met de aria: ‘Every valley shall be exalted’ (3):  dalen moeten worden verhoogd en bergen moeten worden geslecht. De verhoging van de dalen en de daling van de bergen hoor je prachtig terug in de muziek van deze aria. Even later zingt Emma Kirkby de aria ‘But who may be abide’ (6) waarin zij vraagt: ‘Wie zal stand houden als hij verschijnt? Want hij zal zijn als het vuur van een smelter.’ En op dat moment hoor je het orkest als een laaiend vuur tekeer gaan. Opnieuw een mooi samenspel tussen tekst en compositie.

Bij velen van ons heeft de stem van de Engelse alt Kathleen Ferrier nog in de huiskamer geklonken. Carolyn Watkinson doet niet voor haar onder en dat horen wij in de aria ‘O thou that tellest’ (9) waarin we uit de tekst het beklimmen van de berg ook weer terug horen in de muziek.‘Verhef uw stem en zie hier is uw God’ Met de verheffing valt het koor in en zingt de alt op authentieke wijze dezelfde partij nogmaals met het koor mee.

Ook leerzaam als luisteraar was dat we twee keer hetzelfde koorgedeelte kregen te horen: ‘For unto us a Child is born’ (12).  In beide gevallen hoor je de lange golven van woorden die de vreugde weergeven, maar in het geval van een te hoog tempo neemt de onverstaanbaarheid en ook onrust bij de luisteraar toe. Als het jongenskoor (hoge jongensstemmen vormen de authentieke versie) wordt vervangen door een dameskoor, neemt de meerkleurigheid toe. Het is aan de luisteraar wat hij/zij meer waardeert.

En dan naderen we de aankondiging van de geboorte van Christus. De Australische sopraan Sara Machiver zingt drie korte recitativa van een halve minuut of minder waarin de verkondiging aan de herders geschiedt. Halverwege het recitatief ‘There were shepherds’ (14) hoor je op een zacht ‘klapwiekend’ vioolklanken de volgende tekst: ‘En zie, de engel des heren kwam over hen’. Recitatief ‘And suddenly there was with the angel’ (16) begint meteen wat krachtiger met ‘aanvliegend’ vioolgeluid. Aansluitend zet het koor vol in met ‘Glory to God in the highest’ (17).

Deel I komt met een duet ‘He shall feed His flock’ (20) bijna tot een einde. De Australische sopraan Alexandra Sherman zingt het in deze versie als solo en daarmee kan een dirigent ook zijn visie aan het publiek tonen. In dit ‘duet’ bezingt zij de zachtmoedigheid van de Heer waarbij iedereen rust zal vinden voor de ziel. Die zachtmoedigheid wordt heel mooi in de muziek als een 6/8-ste maat opgevoerd, dus als een langzaam golvend bootje over de wateren. Ook werden er nog enkele aria’s uit deel II en deel III opgevoerd, maar door het tijdstip van het jaar wil ik me beperken tot alleen deel I, dus tot en met de aankondiging van de komst van de Heer.

De ochtend werd begonnen en afgesloten met het ‘Hallelujah’. Een anekdote rond dit werk is dat de toenmalige koning door de lange duur niet meer kon blijven zitten en bij dit fragment ging staan. En als de koning gaat staan, moet iedereen gaan staan en dat is tot op de dag van vandaag bij het spelen van het ‘Hallelujah’ zo gebleven!

Het bijzondere van deze morgen was dat we nu eens niet naar afbeeldingen van schilderijen, foto’s of gebouwen keken, maar samen naar muziek hebben geluisterd waarbij we heel goed werden gewezen op de parallellen tussen de muziek en de inhoud van de tekst. Grote klasse van niet alleen de componist Händel en tekstschrijver Charles Jennens, maar ook van Gerard van der Laan die het geheel vakkundig en op een ontwapenende wijze! Chapeau!

 

PS De nummering achter de cursief weergegeven aria’s geven de plaats aan die deze aria’s in het gehele oratorium hebben gekregen

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.